top of page

Mobiliteit

Een kwestie van durven veranderen.

​

MICHAEL VERSTAETEN, september 2023

De stand der dingen

Sinds mensenheugenis staan we in de file. Zo voelen we aan den lijve hoe de overheid dagelijks faalt. We zijn het zo gewoon dat we er zelfs geen aanstoot meer aan nemen. Het fatalisme heeft ons gegrepen. Zij die geloven in een almaar sterkere, controlerende staat, lijken er zich niet van bewust te zijn dat die staat de problemen niet oplost. Met het excuus van de verkeersveiligheid en het klimaat zijn we in een spiraal van vertragen, beperken, verbieden en boetes allerhande terechtgekomen. Daarbij komt nog dat de totale mismatch in onze mobiliteit organisch is gegroeid vanuit de monopolies die we zelf hebben geïnstalleerd. 

 

Een 9-jarige met een niet beperkte e-step rijdt stukken sneller dan een tram. Maar dat wordt hem verboden.  Auto’s die met gemak 200 per uur aankunnen, worden verplicht om aan 30 per uur rond te slakken in de stad.  Of ze mogen er zelfs niet eens in omdat hun auto te oud is. Tezelfdertijd vinden de voorstanders van de LEZ-zones dat we meer “duurzame” producten moeten produceren. Een auto gaat gemiddeld na 19 jaar naar de sloop.  Zullen we dat dan verduurzamen naar 30 jaar? Terwijl we na 10 jaar met onze auto’s de stad niet meer in mogen of de batterijen niet meer werken. Logisch toch?

 

Op een lege autosnelweg ’s nachts blijft de maximumsnelheid 120 per uur. De laatste jaren zijn de treinen nog vertraagd. Naar 84 kilometer per uur gemiddeld. Reken daar nog de wachttijden, de onregelmatigheden en het overstappen bij. Het openbaar vervoer verplicht ons te onthaasten. Leuk is dat, maar dan wel in de sauna. Niet als we ons werk moeten doen.  We blijven sleutelen aan 19e°-eeuwse totaal achterhaalde technologie. Een technologie die handenvol geld kost en de totaal zinloze inzet van een hoop personeel.  Zowel in Nederland als in België gebruikt slechts 8,5 % van de bevolking geregeld het openbaar vervoer. Terwijl dat openbaar vervoer ons minstens 4 miljard per jaar kost. Wat wordt uitgegeven in Wallonië niet meegerekend, want dat luttele bedrag blijft onbekend. Die discrete Walen toch. Elk jaar betaalt de staat dus zo’n 5.000 euro per passagier van het openbaar vervoer. Dat is zoveel als de staat aan de nieuwbakken eigenaars van elektrische voertuigen wil geven. Sinterklaas bestaat! Behalve als het op betalen aankomt.  Dan bestaat vooral de belastingbetaler.

 

Dat we in de 21ste eeuw nog moeten staan wachten om ons te kunnen verplaatsen, is een totale aberratie. We hebben al heel lang technologie waarop we niet moeten wachten. We hebben lege treinen, overvolle treinen, en vooral dure treinen. Behalve, ogenschijnlijk, de abonnementen gecompenseerd met miljarden belastinggeld. Het hele systeem is oubollig en deficitair. De NMBS en andere spoortoestanden worden gedomineerd door vakbonden die de tewerkstelling zien als bezigheidstherapie. Opgesmukt met een paar hedendaags ogende stations waarin een “conducteur” nog altijd op een fluit blaast om het vertrek van zo’n piepend ding aan te kondigen.

 

Onze trams zijn een ramp. In Antwerpen en Gent rijden ze gemiddeld tussen 11 en 13 kilometer per uur. De bomma rijdt sneller met haar bakfiets. Om ze een beetje haast te doen maken, zijn investeringen van miljoenen nodig die onze steden overhoop halen. Het stadslandschap moet wijken voor die trage ondingen.  Dagelijks gaan onfortuinlijke fietsers wier banden in de sporen terechtkomen, op hun bek. Dan hebben we het nog niet over de stinkbussen die in de spits hier en daar passagiers laten staan wegens overvol. Die draken die onze steden ontsieren sukkelen voort aan een gemiddelde van 17 kilometer per uur. Ook daar weet de bomma op haar bakfiets dus wel weg mee.

 

Natuurlijk heeft ons collectief vervoer ook voordelen. Het zou daar nog aan mankeren. De trein en de tram verbruiken minder energie dan de auto en ze veroorzaken ook minder verkeersdoden. Voor wie tijd niet veel rol speelt of voor mensen die dichtbij stations zijn gaan wonen, is het een gemak zich te laten rondrijden.  Die voordelen wegen niet op tegen de nadelen. We zijn perfect in staat om, mits een goede infrastructuur, het aantal verkeersdoden fel te verminderen. Daarvoor hebben we het spoor echt niet nodig.  Terwijl het niet verantwoord is om met de samenleving voor 5.000 euro per passagier per jaar taxi te spelen.

 

Op onze wegen hebben we nog altijd te veel verkeersdoden bij zwakke weggebruikers. Van kinderen tot ouderlingen. Hoewel we perfect de technologie hebben om verkeersstromen te scheiden, doen we dat vooral niet. Op onze autosnelwegen rijden met de regelmaat van de klok vrachtwagens in elkaars achterste, of in het achterste van een gewone auto. Terwijl ook de auto’s zich niet onbetuigd laten.  Brom- en motorfietsen glippen tussen die auto’s door. Bij elke beweging van zo’n motor houdt een weldenkend mens met een beetje empathie zijn hart vast. 

 

Wegenwerken duren jaren, waar ze in maanden kunnen opgeknapt worden. 9 jaar voor een viaduct in Vilvoorde. In de helft van die tijd bouwen ze in China een hele stad.  Iedereen kent wel de beelden waar een kilometers lang stuk weg is afgezet voor 2 arbeiders die meestal vooral niet te zien zijn. Ergens verstopt tussen stilstaande graafmachines. En als ze te zien zijn kijken er 2 naar wat een derde doet. Bij voorkeur wordt er zonder veel organisatie gewerkt op diverse plaatsen tezelfdertijd. Zodat er haast geen doorkomen meer aan is. LEZ-zones, zones 30, knippen, brede eenrichtingsstraten, versmallingen, lussen en zinloze verkeersremmers zorgen ervoor dat we allemaal nog meer in rondjes rijden. In een aantal steden worden mobilisten openlijk gepest om hen te overtuigen minder auto te rijden.

 

Het gros van ons verkeer rijdt rondt in voertuigen met 3 lege zitplaatsen, aangedreven door verbrandingsmotoren uit de vorige eeuw. Voor de elektrische exemplaren moeten we beroep doen op kinderarbeid van de allerarmsten.  Na enkele jaren zijn de batterijen op, en kunnen de elektrische wagens naar de sloop. Onze elektriciteit komt voor 30 % uit gas. Zelfs nadat de Russen de kraan hebben dichtgedraaid. In Duitsland breken ze de windmolens af om de bruinkool vanonder die molens te halen. Voor de productie van elektriciteit. Als we allemaal een elektrische auto kopen, gaat het licht uit. Bijzonder duurzaam is dat allemaal niet. En slim nog veel minder. Door onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en batterijen hangen we in toenemende mate af van schurkenstaten en regimes die wat graag de touwtjes over ons in handen hebben. We hebben de moderne technologieën om nodeloos vervuilende vliegtuigen voor een groot deel te vervangen door iets anders, iets nieuws. Maar we doen dat vooral niet. We blijven vasthouden aan de TGV’s. Omdat de contracten al 30 jaar vastliggen. Verandering en vernieuwing lijkt onmogelijk geworden.

 

Ons hele vervoerssysteem zit vast rond hopeloos verouderde monopolies van auto’s, vrachtwagens, treinen, trams en bussen. Er is geen plaats, geen ruimte en geen aandacht voor nieuwe baanbrekende technologieën die voor iedereen een meerwaarde betekenen. De mensen proberen dan maar zelf hun heil te vinden in innovatie door o.a. het gebruik van pedelecs, e-steps of elektrisch aangedreven bakfietsen. Tot golfkarretjes toe in sommige steden. Nieuwe vervoermodi die vooral onderdrukt worden. Trager en trager moeten we rijden tussen al het andere verkeer in. Bij gebrek aan moderne, doordachte infrastructuur verlaat de overheid zich op pesten, beboeten, beperken, vertragen en reglementeren. In de plaats van te steunen, ruimte en opportuniteiten te creëren, monopolies te doorbreken en een toekomstvisie te ontwikkelen.   

 

​

Het verlanglijstje

Ons mobiliteitsbeleid is een zootje omdat het organisch is misgroeit. Niemand heeft ooit nagedacht aan welke voorwaarden onze vervoersmodi eigenlijk moeten voldoen.  Daarom doen we dat met Vrijheid wel als uitgangspunt van ons toekomstplan voor een mobiliteit van de 21ste eeuw.  

 

Ons verlanglijstje:

 

SNEL | De huidige trend om alle verkeer steeds trager te maken is de verkeerde weg. De technologie laat ons toe om ons veel sneller te verplaatsen, maar de overheid vertraagt ons moedwillig. Daarmee wordt stuntelig gepoogd om het probleem van de onaangepaste infrastructuur op te lossen. De hele samenleving verliest nodeloos tijd omdat de reglementen ons verbieden sneller te gaan. Nog verergerd door de files. Om die verplichte traagheid te realiseren, zijn er camera’s die als paddestoelen uit de grond schieten. Flitsboetes, GASboetes, trajectcontroles en een hoop borden. Het mag geld kosten, als het maar geld opbrengt. Voor Vrijheid mag het vooruitgaan. Dan hebben we al die poespas niet meer nodig. Dat er zo’n draconische systemen van snelheidsbeheersing en – controle moeten worden opgezet wijst erop dat de mensen zich inderdaad sneller willen verplaatsen. Dus willen we de mensen die vrijheid ook geven.

 

GEEN WACHTTIJDEN |  De snelheid verhogen houdt ook in dat wachttijden zoveel mogelijk vermeden worden.  Geen files meer dus.  En ook geen wachttijden meer in het “openbaar” vervoer. 

 

OVERSTAPPEN VERMIJDEN |  Mensen en goederen van A naar B brengen gebeurt via de kortste weg. Willen we geen tijd en energie verspillen, dan is overstappen zo veel mogelijk te vermijden. Tenzij om over te stappen op supersnelle grote systemen over langere afstand.  Dan kan het moeilijk anders.  We kunnen niet in elk huis een intercontinentaal vliegtuig op waterstof laten opstijgen bijvoorbeeld.

 

ENERGIEZUINIG |  Energie verbruiken kost geld.  Het maakt ons ook meer afhankelijk – althans vandaag nog – van schurkenstaten en regimes waarvan we liever niet afhankelijk zijn. Energie besparen kan alleen maar goed zijn. Kleinere en lichtere voertuigen. Bij voorkeur met een externe aandrijving. Machines met een lichte structuur of zonder dak, met zo weinig mogelijk batterijen.  Allemaal om gewicht te besparen. Voor langere trajecten wordt ook de aerodynamica en de wrijving relevant.

 

GOEDKOOP | De mobiliteit van de toekomst is voor iedereen toegankelijk. Goedkoper dan het huidige openbaar vervoer.  Waarbij de kosten daadwerkelijk worden doorgerekend en de staat niet langer melkkoe moet spelen. 

 

VEILIG | Mochten we vandaag geen auto’s en vrachtwagens hebben en deze technologie willen invoeren, dan zou dat omwille van de vele doden en gewonden een probleem zijn. Het is onze plicht om een infrastructuur te bouwen voor de toekomst die ongelukken uitsluit minstens zoveel mogelijk te reduceren.

 

FIJNMAZIG | Tenzij het gaat over supersnelle vervoersmodi over lange afstanden, is het belangrijk dat de nieuwe infrastructuur voldoende fijnmazig is.  We kunnen geen luchthavens of snelwegen tot voor ieders deur leggen. Dus zullen we systemen moeten uitdenken die ons toelaten om in de steden en de gemeenten de toegang tot de nieuwe infrastructuur zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen.  De optie om de mensen te verplichten te gaan wonen in steden rond de stations is niet de optie die Vrijheid verkiest. Laat de mensen wonen waar ze wonen.

 

COMFORTABEL | Mensen per fiets, step of motorfiets langere tijd in de gietende regen of in de bijtende kou laten rijden is niet meer van deze tijd. We zijn perfect in staat om infrastructuur te bouwen die daarmee komaf maakt. Een mobiliteitsbeleid behoort uit te gaan van de behoeften van de mensen. Wat we nu doen is gewoon sleutelen aan de technologie die we al van oudsher gebruiken. De overheid moet niet zelf de technologie vernieuwen. Het is aan de staat om te faciliteren dat deze nieuwe technologieën zich kunnen ontwikkelen in overeenstemming met de behoeften van de mensen. Daarom is het bepalen van het verlanglijstje belangrijk.

 

De voorstellen van VRIJHEID zijn geen starre voorstellen | Het zijn voorstellen die in de toekomst veranderlijk zullen zijn. Afhankelijk van wat de mensen willen. Afhankelijk van wat de technologie ons zal bieden ook.  Als de wensen veranderen, is het aan de politiek om de nodige flexibiliteit in te bouwen.  Om het gebruik van de publieke ruimte daaraan aan te passen. Beleid voeren vanuit die zienswijze is een totaal andere benadering van mobiliteit. In de huidige vastgeroeste politiek is er geen plaats voor de broodnodige ingrijpende innovatie.

 

Door na te denken vanuit de noden die er zijn, wordt het meteen duidelijk dat treinen, trams, bussen, auto’s en vrachtwagens in hun huidige vorm niet voldoen aan de mobiliteit van de toekomst.  Dat wil niet zeggen dat we de mensen uit hun auto’s moeten jagen, de treinen onmiddellijk gaan afschaffen of de trams stilleggen. Er is immers nog een bijkomend belangrijk verlangen.

 

De nood aan een rustige, aantrekkelijke overgang. Mensen verleiden met nieuwe mogelijkheden die voor hen een absolute meerwaarde zijn. Dat is wat we te bereiken hebben.  Het is zelfs niet eens noodzakelijk dat de overheid die mogelijkheden volledig zelf creëert. Als de voorwaarden er maar zijn, zodat de mensen en de bedrijven zelf kunnen zorgen voor de broodnodige innovatie.   De opkomst van de pedelecs en elektrische fietsen is daar een goed voorbeeld van. De overheid heeft – behoudens wat fiscale stimuli – zowat niets gedaan om die evolutie te steunen. Er werd eerder tegengewerkt.  Desondanks is het gebruik van dergelijke kleine elektrische voertuigen de voorbije jaren enorm gestegen. Wel, laat de overheid een omgeving creëren waarin zo'n evolutie wordt ondersteund met de nodige infrastructuur, en het zal nog sneller gaan.  Tot ieders tevredenheid. 

 

In de tussenperiode: laat de mensen gerust. Als er geen alternatief is die naam waardig voor de auto, pest automobilisten dan niet tot ze er groen van zien.

 

Weg met het collectief vervoer

Geef prioriteit aan comfortabel en snel individueel vervoer. 

 

Fijnmazig, zonder wachttijden, rechtstreeks van punt A naar punt B zonder over te moeten stappen.  Iedereen rijdt wanneer en waar hij wil. Overdag en ’s nachts. We hangen van niemand af. Tot voor kort dachten we dat zo’n individueel vervoer met voldoende comfort en snelheid alleen mogelijk was met auto’s.  Dat is lang niet meer het geval.  Kleine elektrische voertuigen nemen nu al de markt een stuk over. Een evolutie die zich zal doorzetten.  Vandaag kunnen we met zo’n voertuigen gerust aan snelheden van 80 km/uur van de ene stad naar de andere rijden. Als we dat willen en toelaten. Maar we mogen niet.  We moeten onszelf inhouden.  Zelfs ouderlingen die slecht te been zijn of andere minder mobiele mensen zijn perfect in staat om eenvoudige, kleine en stabiele voertuigen te besturen. Waarom zou een rolstoelgebruiker nog naar de bus moeten rollen? Avanceer die rolstoel, zet er een motor op en laat die mens gas geven van bij hem thuis naar zijn eindbestemming!  Wat is het probleem? Laat mensen toe om meer zelfstandig te zijn. Versterk hen in wat ze zijn en wat ze kunnen.

 

Alleen voor wie echt niet in staat is om zijn verplaatsingen individueel te doen met nieuwe technologie kunnen we systemen van belbusjes geoptimaliseerd met apps voorzien. Ook dat kan door de privé worden georganiseerd maar behoort wel tot de zorg vanuit de overheid voor mensen die het fysiek of mentaal echt moeilijk hebben. We laten niemand in de steek.

 

Het individualiseren van de mobiliteit betekent geenszins dat er geen openbare voorzieningen kunnen zijn.  In de plaats van treinen, trams en bussen hebben we nood aan parkings en verhuursystemen voor kleine elektrische voertuigen en fietsen. Met abonnementen. Wie zich zo’n voertuig niet kan permitteren zal dus toch de weg op kunnen. Voor weinig geld. Het is niet eens de overheid die dat moet organiseren. Dat kunnen de verhuurbedrijven ook. Als er maar voldoende ruimte is om zo’n activiteit te realiseren.  Ordentelijk.  Zonder overal pedelecs en fietsen te laten slingeren. Laat onze industrie en onze KMO’s maar oplossingen zoeken.  Samen met de gebruikers. Zo kunnen we in ons land de leiding nemen op wereldvlak in plaats van de Aziaten en de Amerikanen achterna te lopen. 

 

Tot voor kort was er alleen maar de auto voor het privaat vervoer tussen de steden. Voor de durvers ook de motorfiets. Minder gefortuneerde mensen hadden haast geen keuze dan het gebruik van het openbaar vervoer.  Met de nieuwe opkomende technologieën is die situatie totaal veranderd.  Het is beslist mogelijk om vandaag voor veel minder geld dan de kostprijs van een auto een aanvaardbaar snel voertuig te kopen of te huren.

 

Om het individueel vervoer met kleine, energiezuinige, snelle elektrische voertuigen te stimuleren, hebben we nood aan een nieuwe infrastructuur. Een infrastructuur met gescheiden verkeersstromen. Waar mensen veilig tussen de steden kunnen rijden tegen een behoorlijke snelheid van 80 km/u. E-snelwegen die tot diep in de steden en de gemeenten doordringen. Op die manier kan het verkeer in de stad aansluiten.  Overdekte voldoende brede wegen waar iedereen genoeg plaats heeft om veilig en vrij in één richting te rijden.  Her en der parkings waar diverse kleine, comfortabele voertuigen kunnen worden gehuurd. Op termijn voorzien van automatische laadsystemen of aandrijvingen onderweg zodat er kan worden bespaard op de omvang en het gewicht van de batterijen. Het zal tijd kosten om deze infrastructuur te bouwen, inderdaad. En geld.  Maar we geven de mensen en de bedrijven de mogelijkheid om stevig te innoveren. Zo kunnen onze bedrijven de mensen verleiden om hun auto’s, de treinen, trams en bussen te laten staan. De overheid kan dan de stroom geld die nu naar de huidige infrastructuren gaat, afbouwen. Let wel, we gaan niemand verplichten. Het zal aan de industrie zijn om meerwaarde te creëren binnen de nieuwe mogelijkheden. Pas als de mensen meegaan in die nieuwe mogelijkheden, bouwen we de rest af.

In de overgangsfase zal de bouw van een nieuwe infrastructuur geld kosten. Vooral omdat we de bestaande systemen niet radicaal willen afbouwen alvorens de alternatieven behoorlijk zijn uitgewerkt. Als we die nodige investeringen op een rustig tempo doen, en de mensen de tijd geven om zich te laten verleiden, dan kunnen we de piek in de kosten beperken. Dra zal er vooral een verschuiving zijn in de investeringen, eerder dan een blijvende grote investering. De doelstelling is om ook miljarden te besparen die nu naar het “openbaar vervoer” gaan en naar de zware infrastructuur voor auto’s en vrachtwagens. Kleine, lichte voertuigen vergen een minder zware infrastructuur. In combinatie met zonnepanelen bijvoorbeeld kunnen ook de kosten van de overkappingen worden beperkt. 

 

Vrijheid wil voor deze belangrijke werf van de overheid de werklozen en de steuntrekkers inzetten. We hebben een werkpotentieel van 430.000 mensen die nu thuis moeten zitten. Als we daar een behoorlijk deel van kunnen inzetten op de bouw van overdekte e-wegen voor kleine elektrische voertuigen, dan zijn we een eind op weg. 

​

Een goede aanpak van zo’n ingrijpende innovatie brengt ook nieuwe opportuniteiten met zich mee. Een nieuwe industrie voor de bouw van kleine elektrische voertuigen allerhande. De verhuur van zo’n voertuigen. De terugverdieneffecten op vlak van economische ontwikkeling zijn niet te onderschatten. Het is meteen ook de bedoeling dat door kleinere voertuigen die minder energie verbruiken te gaan gebruiken, de vervoerskosten van de mensen ook worden gereduceerd. Zodat er meer geld overblijft aan het einde van de maand om aan iets anders te besteden.

In de plaats van de mensen uit hun auto’s te pesten, te beperken en vertragen, gaan we versnellen, nieuwe opportuniteiten creëren, innoveren, gecombineerde meerwaarden zoeken en iedereen een leuke mobiliteitsbeleving bezorgen.

 

Supersnelle lijnen tussen de steden

 Als we aan 80 per uur met kleine elektrische voertuigen tussen de steden kunnen rijden, dan hebben we de trage boemeltreinen niet meer nodig.  Wat we nodig hebben zijn lijnen tussen de steden die ontiegelijk veel sneller gaan.  Lijnen die door hun hoge snelheid kunnen concurreren met de kleine elektrische voertuigen en met de auto’s.  Hier is het aan de overheid om ruimte te maken voor het bedrijfsleven. Publieke ruimte die wordt gereserveerd voor een nieuwe infrastructuur. Goedkoper, met minder verbruik van energie, geautomatiseerd, 100 % veilig, zonder wachttijden, met rechtstreekse verbindingen, geïndividualiseerd en aan duizelingwekkende snelheden. 

 

We denken bijvoorbeeld aan micro tunnels waarin shuttles met één of 2 personen aan snelheden van 400 à 500 km per uur tussen de steden flitsen. En meer als het kan. We hebben daarvoor de technologie.  Alleen moeten we die durven inzetten. Het monopolie van de treinen gaat eraan. Zo wordt het vliegverkeer binnen  Europa ook zinloos. Als we de buurlanden kunnen overtuigen met onze nieuwe technologie, dan flitsen we ook daar dat het een lieve lust is.  Wie wil dan nog met het vliegtuig reizen.Tenzij  omdat het leuk is eens van de grond te gaan. Laat ons nu eens één keertje in ons Belgenland de eerste zijn met zo’n technologie.

 

Supersnelle geautomatiseerde lijnen vanuit de havens zijn ook perfect bruikbaar voor het transport van goederen. Als we hubs kunnen maken in elke stad dan hebben we meteen een degelijk alternatief voor het vrachtverkeer. In plaats van goederen af te halen in de havens, kunnen kleinere vrachtvoertuigen ze dan ophalen in de lokale hubs. 

 

Maak ook het luchtruim klaar

 Zoals er op de grond heel wat aan onze infrastructuur te sleutelen valt, is er ook in de lucht werk aan de winkel. Overal ter wereld zijn drones aan een opmars bezig zijn. Kleine en grotere drones voor de verzending van goederen. En nog grotere drones voor de verplaatsing van mensen. Taxi-drones en drones voor woon-werk verkeer. Ongetwijfeld komen er nog andere drones aan. Toeristische drones, vrijetijdsdrones, sportdrones, … Een land met een visie op de toekomst kan het zich niet permitteren om hier achter te blijven. Het wordt hoog tijd dat we het luchtruim klaarmaken om al die drones veilig rond te laten vliegen en landen.  Inbegrepen systemen om in en buiten de steden eenvoudig pakjes te bezorgen vanuit de lucht. 

 

Epiloog

Mobiliteit is een kwestie van durven veranderen. Vandaag bestaat het mobiliteitsbeleid uit pesten, beperken, consuminderen, vertragen, beboeten, stilstaan en verdrinken in allerlei regels. Morgen willen we een beleid dat de mensen verleidt om nieuwe oplossingen te kiezen. Een beleid dat stimuleert en opportuniteiten creëert. Een politiek waarin onze bedrijven de ruimte krijgen om hun creativiteit volop uit te spelen. Laat onze KMO’s maar eens los op nieuwe infrastructuur voor kleine voertuigen en supersnelle lijnen tussen onze steden.

 

In de plaats van te zagen dat de Aziaten ons tegenwoordig altijd voor zijn, gaan we het nu eens anders doen.  We zorgen ervoor dat we die Aziaten steeds minder nodig hebben. Omdat we zelf het voortouw gaan nemen en werken met wat we hier vinden.

 

In de plaats van te zagen over de files op de Brusselse ring, gaan we comfortabel met onze elektrische trottinette aan 80 per uur tussen Antwerpen en Brussel flitsen. Of met nog meer comfortabele Twizy-achtige voertuigen. Laat de industrie en de KMO’s maar moderne machines maken waarin het leuk rondtoeren is.  Alleen of met vrouw / man en kinderen.

 

In onze tekst over de sociale zekerheid hebben we voorgesteld om de thuisblijfplicht van werklozen en steuntrekkers af te schaffen. Honderdduizenden mensen gaan we inzetten op projecten die de samenleving naar een hoger niveau leiden. De bouw van nieuwe comfortabele gescheiden verkeersstromen is daar één van. 

 

U gelooft er niet in?

Wel, wij geloven niet meer in slapjanussen.

-

Vrijheid logo test inside.png
bottom of page